Ruiswijk, Ria van
"Ria van Ruiswijk (1950) groeide op in een heel gewoon gezin met twee kinderen. Haar vader was rechercheur bij de politie en haar moeder, zoals toen gebruikelijk, huisvrouw. Haar loopbaan ontwikkelde zich van telefoniste tot directeur. Daar tussenin was ze secretaresse, maatschappelijk werker, coach, loopbaanadviseur, coördinator, beleidsmedewerker en manager. Heel
leerzaam vond ze het bijbaantje als schoonmaakster in een ziekenhuis tijdens haar puberteit. Als belangrijkste competenties in haar werkend leven noemt ze: luisteren, praten en schrijven. Aan het eind van haar mooie loopbaan werd ze geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte. Die versterkte haar behoefte om meer te schrijven. Een cursus 'Autobiografisch schrijven' deed de rest. En geschreven werd er, met als resultaat talloze korte, column-achtige verhaaltjes. Gaandeweg werd duidelijk dat al die verhaaltjes een samenballing bleken van wat zich in en rond haar leven afspeelde."
Ria van Ruiswijk (1950) groeide op in een heel gewoon gezin met twee kinderen. Haar vader was rechercheur bij de politie en haar moeder, zoals toen gebruikelijk, huisvrouw. Haar loopbaan ontwikkelde zich van telefoniste tot directeur. Daar tussenin was ze secretaresse, maatschappelijk werker, coach, loopbaanadviseur, coördinator, beleidsmedewerker en manager. Heel
leerzaam vond ze het bijbaantje als schoonmaakster in een ziekenhuis tijdens haar puberteit. Als belangrijkste competenties in haar werkend leven noemt ze: luisteren, praten en schrijven. Aan het eind van haar mooie loopbaan werd ze geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte. Die versterkte haar behoefte om meer te schrijven. Een cursus 'Autobiografisch schrijven' deed de rest. En geschreven werd er, met als resultaat talloze korte, column-achtige verhaaltjes. Gaandeweg werd duidelijk dat al die verhaaltjes een samenballing bleken van wat zich in en rond haar leven afspeelde.